Koningsspelen op AT5!

Eindelijk weer zweten; na drie jaar mogen basisschoolleerlingen zich weer van hun sportiefste kant laten zien op de Koningsspelen. In het Olympisch stadion zijn duizend kinderen uit de buurt uitgenodigd om zich te wagen aan verschillende sporten. Van kickboksen tot hordelopen en van judo tot TikTok: het kon allemaal in het stadion.

De Koningsspelen werden geopend met een gezamenlijke dans. Duizend leerlingen van verschillende  basisscholen uit Zuid hadden de pasjes goed ingestudeerd. Nadat het Olympisch vuur werd ontstoken kon het sporten beginnen. Een kind was onder de indruk: “Je denkt dat je gewoon buiten gaat sporten, maar dan sta je opeens in een stadion.”

De Koningsspelen wordt georganiseerd om kinderen uit te dagen om meer te bewegen. Dit jaar doen er in Amsterdam zo’n 40.000 leerlingen van meer dan 150 verschillende basisscholen mee. Volgens wethouder Sport, Simone Kukenheim, is het belangrijk dat kinderen in beweging blijven: “Sporten en bewegen is hartstikke gezond voor je. Zeker als je aan het opgroeien bent is het helemaal niet goed om stil te zitten.”

Een kind is het met de wethouder eens: “Als je de hele tijd chips eet word je niet fitter, je wordt alleen maar dikker en daarom is het belangrijk om ook gewoon te sporten.”

Twintig verschillende sporten

In het stadion konden de kinderen meer dan twintig verschillende sporten uitproberen. Kukenheim hoopt dat dit de kinderen motiveert om meer te bewegen: “Misschien komen de kinderen er wel achter dat ze iets heel goed kunnen of dat ze iets heel erg leuk vinden en dat ze daardoor nog meer en langer gaan sporten.”

Kinderen konden ook een nieuwe, wel erg moderne sport uitproberen: TikTok. “Dansjes doen en nadoen, daar hebben kinderen ontzettend veel plezier aan en het is ook nog eens goed voor je”, legt Kukenheim uit. Een kind is erg enthousiast: “We zijn aan het tiktokken en ik vind het heel leuk. Je bent lekker aan het dansen.”

Koningsdag

Op woensdag kan ook Koningsdag weer als vanouds worden gevierd, zonder coronamaatregelen. Een kind heeft al een plan: “Ik ga snoep verkopen, daar heb ik echt heel veel zin in.” Een ander kind kan niet wachten: “Ik heb er super zin in, dan wordt het weer helemaal oranje in de stad. Dat vind ik heel mooi.”